6-9-2012 ^
Vandaag heb ik de tweede laag gelamineerd. Ik had nu nauwelijks epoxy over; ik leer dus bij! Het is heerlijk werken met de roller om het epoxy, dat ik eerst met de kwast had opgebracht, goed te verdelen en de eventuele luchtblazen er uit te rollen. De glasmat sluit nu overal goed aan op de eerste laag. En verder maar weer wachten tot alles is uitgehard...
6-9-2012 ^
De witte vlekken, die vooral aan de zijkant te zien zijn, zijn geen luchtblazen, maar is plamuur waarmee de romp is geëgaliseerd. Straks verdwijnt alles onder de kleurlak. Het glasdoek rafelt enorm en er vallen geregeld lange draden uit. Het is zeer fijn glasvezel (engelenhaar uit de kerstboom van vroeger, voor de oldies onder ons), dat gebundeld is in dikkere draden, dat vervolgens weer tot keperweefsel is verwerkt.
Hieronder een foto van een stukje rand met de losrakende draden. Op de foto hierboven is het ook duidelijk te zien.
^ Als je goed kijkt, zie je op de foto hierboven één zeer dun gesponnen glasvezel verticaal lopen. Je zou het niet zeggen, maar het spul is ijzersterk! Glasvezels hebben in vergelijking met bijvoorbeeld staal een 5 tot 6 keer hogere soortelijke treksterkte!
25-9-2012 ^
De spiegel (achterzijde ) van de romp is nu ook van een glaslaag voorzien en het geheel is goed glad geschuurd. eerst met grof normaal schuurpapier en daarna geslepen met watervast schuurpapier met water. Het meeste overtollige glasweefsel is weggeknipt en -gesneden. In feite is de buitenzijde van de romp nu klaar en wordt het tijd om hem van de bouwplank af te halen. Alle 11 balkjes worden losgeschroefd van de ondergrond en dan kan de romp opgetild worden en omgedraaid.
^ Alles zit nog vast, de hulpspanten en de afstandhouders ertussen. Er is uiteraard wat houtlijm tussen de spanten en de latten terecht gekomen, maar door voorzichtig wrikken laten alle spanten los en kunnen uitgenomen worden.
^ De ruwe romp wordt op een grammenweegschaal gelegd, want ik ben erg nieuwsgierig naar het gewicht.
^ En dit is het resultaat... Niet gek, maar er moet toch nog wel wat van af. Hoe lichter de romp zelf is, hoe meer ballastgewicht helemaal onder aan de kiel bevestigd kan worden (de loden bulb). Daardoor komt het zwaartepunt zeer laag te liggen, waardoor de boot heel stabiel in het water komt te liggen. Het kantelpunt ligt onderaan in de romp. Hoe stabieler hij vaart, hoe meer wind hij kan verdragen en dit komt de snelheid dan weer ten goede.
^ Een eerste blik in de romp. Duidelijk is aan de lijmresten te zien, waar de spanten vastgezeten hebben. Deze moeten uiteraard nog verwijderd worden. Ook is de centrale hartlijn goed te zien, die door het midden van de boot loopt en waarop later de kielvin en de roerkoker gecentreerd worden. De roerkoker is een buis, waar de staaf van het balansroer doorheen loopt. Deze buis van messing vormt aan de onderzijde een rond gaatje in de romp en wordt om die reden ook wel het 'hennengat' genoemd.
^ Goed is hier de schuin naar binnen hellende negatieve spiegel te zien, waardoor het water aan de scherpe onderrand de romp vloeiend loslaat en daardoor dus niet afremmend werkt. De onderranden van de spiegel en van de boeg komen later precies op de waterlijn te liggen.
^ De bovenzijde van de 'dekwegers', de latten, waarop het dek komt te liggen, zijn vrij gemaakt van glasweefselresten en glad- en strakgeschuurd. Het dek gaat straks volkomen plat worden, zonder enige opbouw. De boot moet alleen maar functioneel zijn (en liefst ook nog erg snel) en een mooie opbouw past daar niet bij. Nou gaan we weer even wegen...
^ ... en een winst van 9 gram is toch weer mooi meegenomen. Alle kleine beetjes helpen!
^ Deze platte boeg wordt op het laatst nog afgewerkt met een rubberen bumper, een verticale stootrand, die eventuele schade voorkomt aan andere boten tijdens een wedstrijd en de eigen romp beschermt tegen aanvaringen met de wal of andere niet meegevende obstakels.
Nou nog wat plaatjes, gewoon omdat ik er zelf geen genoeg van kan krijgen. :o)
^ De binnenkant van de romp wordt later geïmpregneerd met G4. Dit is een 1-component polyurethaanhars. De hars hardt uit door inwerking van de luchtvochtigheid (2e comp) en wordt in dunne lagen aangebracht. Deze hecht uitstekend op hout en is na uitharding bestand tegen water. Na een droogtijd van 30 minuten kan de volgende laag aangebracht worden totdat het oppervlak begint te glanzen. Wanneer het oppervlak in zijn totaal begint te glanzen, is het hout verzadigd met G4 en kan alles gaan uitharden. Ik hoef niet te vertellen, dat de eerst zo zachte balsahouten romp door de glas/epoxylaag aan de buitenkant in combinatie met de G4-laag binnenin zeer sterk en hard wordt en best een stoot kan velen.
^ Liggend op één van zijn eigen grote bouwtekeningen, schaal 1:1... De restanten van de hulpspanten zijn nog niet weggeschuurd en de binnenzijde van de romp is nog ruw.
^ Dat ziet er al aardig uit; begint al een beetje op een boot te lijken :o)
29-9-2012 ^ De hele binnenkant is nu geschuurd en alle lelijke resten van de hulpspanten zijn verdwenen. En alweer wat gewicht uitgespaard: het totale gewicht is nu 375 gram.
^ De binnenkant is nu klaar om geïmpregneerd (gelakt) te worden met G4. Die is echter nog in bestelling en daarom begin ik maar vast aan de kielkast. Deze wordt later, ná vervaardiging van de kielvin, op de juiste plaats in de romp ingebouwd. De kielvin is hiervoor onmisbaar, omdat voor het inbouwen van de kielkast de vin erin moet steken. Om deze precies te richten leg ik dwars over de romp een waterpas, leg de romp precies horizontaal en over de spiegel hang ik precies op de blauwe hartlijn een schietlood. De kielvin moet dan exact gelijk verticaal lopen met het koord van het schietlood. Zo kan ik dan nauwkeurig de stand van de kielkast in de romp afstellen en deze vervolgens vastlijmen. Een boot met een scheve vin is niet te varen!
Ga verder in het hoofdstuk 'De kielkast met mastkoker'.